Kees van Bohemen (1928-1983)
Kees van Bohemen wordt beschouwd als één van de meest complete Nederlandse schilders van de twintigste eeuw. Zijn faam strekt zich uit tot ver buiten onze landsgrenzen. Hij staat bekend om zijn grote kleurrijke doeken van vrouwen, sporters en exotische motieven. De expressieve verfbehandeling stond bij hem voorop, de onderwerpkeuze was van minder belang. “Ik wil niet anekdotisch te werk gaan, geen verhaaltjes vertellen in verf”, zei Van Bohemen eens. Hij studeerde in de jaren veertig aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Op vierentwintigjarige leeftijd ontving hij een stipendium waarmee hij naar Parijs reisde. Hij verbleef daar vijf jaar met tussenpauzes en sloot vriendschap met enkele schilders uit de CoBrA groep; hij deelde tot 1957 een atelier met Corneille. Eind jaren vijftig sloot hij zich aan bij de Nederlandse Informele Groep, nadien was hij zijdelings betrokken bij de Nederlandse Nul-beweging. Van Bohemen bezocht verschillende Europese landen en maakte reizen naar de Verenigde Staten en naar Afrika. Werk van zijn hand bevindt zich onder andere in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam, het Gemeentemuseum in Den Haag en het Stedelijk Museum in Amsterdam.